Wat vindt de basisschool?
Om antwoord te krijgen op deze vraag ben ik drie dingen gaan doen. Als eerste heb ik onderzoek gedaan naar de schoolgids en wat men hier over zegt. Wat is de visie van de basisschool hierover. Verder heb ik een enquête afgenomen bij de leerkrachten waarbij zij antwoord gaven op verschillende vragen.
De basisschool (2018) geeft aan dat zij Bijbelverhalen vertellen volgens het rooster van de methode Kind op maandag. In een week worden er drie Bijbelverhalen vertelt en komt er daarna een verwerkingsvorm om het thema te verduidelijken. Verder wordt er jaarlijks een viering gevierd in samenwerking met twee kerken. Verder geeft de basisschool (2018) aan dat zij werken vanuit het geloof en de bijbel.
Verder is er een enquête afgenomen op de basisschool. In deze enquête komt duidelijk naar voren dat zij het als team belangrijk vinden, dat leerlingen kennis op doen van meerdere geestelijke stromingen. Zeventig procent van de leraren geven bij de stelling, leerlingen moeten meer kennis op doen van diverse geestelijke stromingen, een vier (op een schaal van 1 tot en met 5). De overige 30 procent gaf hier zelfs een vijf score op.

Verder geeft twintig procent van de ondervraagden aan geen of bijna geen aandacht te besteden aan andere levensbeschouwelijke stromingen dan het christendom. Waarbij 40 procent aangeeft het af en toe wel te doen en 40 procent geeft aan dat ze het regelmatig tot vaak doen.
Ook geven de docenten in de enquête aan dat zij ongeveer iets meer dan een kwartier per dag aandacht besteden aan levensbeschouwing. Dit gebeurt meestal door de methode kind op maandag waarbij eigenlijk alleen maar het christendom naar voren komt.
Na observaties en een gesprek met groep 8, komt naar voren dat er weinig aandacht is besteed aan andere geestelijke stromingen. De leerlingen weten hier bijna niks vanaf op een enkeling na.
Na een gesprek met de leerkracht van groep 8 bleek dat de leerlingen hier wel wat meer van af weten dan zij laten blijken, maar niet zoveel als zou moeten. De andere geestelijke stromingen worden vaak kort behandeld bij vakken als aardrijkskunde en geschiedenis. Dit alleen als het aan de orde komt.
Er zijn ook docenten die in de enquête aangeven dat zij het belangrijk vinden dat er een toevoeging in het curriculum komt. Deze toevoeging moet dan zijn, dat de leerlingen in de schooltijd minimaal een synagoge, een kerk en een moskee hebben bezocht.
Als laatste geeft een leerkracht aan dat diegene niet weet of dit prioriteit heeft binnen de school. Het belangrijkste, volgens deze docent, is dat er ruimte voor is binnen het programma. De docent vindt dat kennis begrip geeft voor elkaar. Een andere docent geeft aan dat levensbeschouwelijke vorming en kennis op doen van geestelijke stromingen een duidelijkere plek binnen het rooster moet krijgen zodat leerlingen hier ook echt mee bezig gaan.
Te zien is dat de docenten graag meer onderwijs willen besteden over geestelijke stromingen. Dit gebeurt echter nog weinig.
Er wordt in de enquête echter aangegeven dat de leerkrachten wel goed weten hoe zij dit vorm moeten geven zonder de identiteit van de school te verliezen.
Maak jouw eigen website met JouwWeb